Een digitale aanvraag voor Omgevingsloket Vlaanderen voorbereiden

Voor elke digitale aanvraag dien je in Vlaanderen bij het Omgevingsloket een geocontour met als ondergrond het GRB (Basiskaart Vlaanderen) in. Deze geocontour geldt als liggins- en omgevingsplan.

  • Het indienen kan op drie verschillende manieren:
  • Selecteren van één of meerdere percelen in het Omgevingsloket (enkel bij aangrenzende percelen)
  • Vrij intekenen van een geocontour in het Omgevingsloket
  • Een Shapefile op basis van GRB opladen in het Omgevingsloket


Hieronder vind je alle stappen terug om een geocontour, met als doel een Shapefile exporteren, voor te bereiden in Vectorworks.


Document opmaken in Vectorworks

  1. Ga naar het menu “Bestand” en kies voor “Nieuw”.
  2. Kies in het dialoogvenster voor de optie “Creëer blanco document” en klik op OK. 
  3. Ga naar het menu “Bestand/Instellingen document” en kies voor “Opmaak document”
  4. Pas de volgende instellingen aan in het dialoogvenster “Opmaak document”:
  • Pas de eenheden aan naar Meter.
  • Zet de schaal van je ontwerplaag op 1:500, 1:1000 of een grotere schaal.
  • Klik bij georeferentie op “Wijzig”. Een nieuw dialoogvenster zal openen.

Georeferentie document

  • Vink de optie “Pas nulpunt en oriëntatie van gegeorefereerde gegevens aan volgens coördinaten document” UIT om zelf de coördinaten later aan te geven (zie Geolokaliseren).
  • Kies bij “Selecteer coördinatensysteem” voor “Gebruik een EPSG-code of CRS-naam”.
  • Klik op de knop “EPSG/CRS opzoeken…”. Een nieuw dialoogvenster zal openen.
    • Filter de lijst met de gegevens “31370” of “Belge 1972 / Belgian Lambert 72”. Voor België gelden meestal de coördinaten “EPSG:31370 - CRS: Belge 1972 / Belgian Lambert 72”
    • Klik op de gewenste EPSG/CRS. Deze moeten blauw oplichten om geselecteerd te zijn.


Klik op OK tot alle dialoogvensters gesloten zijn.


Geolokaliseren

  1. Ga naar het gereedschap “Geolokalisatie” in het palet van de aanvullende gereedschappen onder GIS.
  2. Kies in de methodebalk voor de optie “Zoek”. Het dialoogvenster “Zoek naar locatie” zal openen.
    • Vul de straatnaam, postcode, gemeente of een ander gegeven in bij “Zoek naar de locatie”.
    • Klik op de knop Zoek.
    • Selecteer de gewenste locatie. Deze moet blauw oplichten om geselecteerd te zijn.
    • Klik op de knop OK.
  3. De cursor is gewijzigd naar een middelpunt pagina icoon. De volgende klik bepaalt nu het midden van je tekening. 
  4. Wil je de effectieve coördinaten, en NIET het interne nulpunt van Vectorworks, ga je naar het menu Extra/Nulpunt/Gebruikersnulpunt. Activeer de optie “Pas het gebruikersnulpunt aan overeenkomstig het coördinatensysteem voor georeferentie” in het nieuwe dialoogvenster.


Geoabeelding (optioneel)

Het gereedschap “Geolokalisatie” geeft een tijdelijk beeld van de standaard (of de door jou) ingestelde WMS service. Door het selectiegereedschap (of een ander gereedschap) te activeren zal de afbeelding verdwijnen. Met het gereedschap “Geoafbeelding” kan je een permanent beeld van de WMS service in de tekening plaatsen.

De afbeelding kan soms handig zijn als onderlegger.


  1. Ga naar het gereedschap “Geoafbeelding” in het palet van de aanvullende gereedschappen onder GIS.
  2. Kies in de methodebalk voor de optie “D.m.v. rechthoek” en teken een rechthoek over de zone waar de afbeelding moet verschijnen.


Om een andere geoafbeelding te gebruiken dan de standaard:

  1. Selecteer de geoafbeelding.
  2. Klik op de knop “Bewerk service…” in het infopalet. Een nieuw dialoogvenster zal openen.
  3. Selecteer de optie “Webservice”.
  4. Kies bij “Server” voor de optie “Beheer service of portaallijst…” (onderaan). Een nieuw dialoogvenster zal openen.
  5. Klik op de knop “Voeg URL toe…”. 
  6. Kopieer en plan de url http://geoservices.informatievlaanderen.be/raadpleegdiensten/GRB-basiskaart/wms bij “Service of portaal URL:” wanneer je het GRB als basis wenst te gebruiken. Geef de nieuwe URL ook een naam.
  7. Klik op OK.
  8. Selecteer de nieuwe GRB url en klik op OK.
  9. De nieuwe URL moet nu verschijnen in het dialoogvenster “Selecteer service”. Aan de rechterkant staat meer informatie over de service. Klik op OK.


Neem een kijkje op de webdiensten van Overheid vlaanderen om meer services te bekijken.


Geocontour intekenen

  1. Maak een nieuwe ontwerplaag aan en geef hem de naam ‘Geocontour Polygoon’. Deze laag heeft geen peil of muurhoogte nodig.
  2. Activeer de nieuwe laag.
  3. Activeer het gereedschap polygoon in het palet van de basisgereedschappen.
  4. Teken het projectgebied met een polygoon.

Shapefile exporteren

  1. Ga naar het menu Bestand/Exporteer en kies voor “Exporteer Shapefile…”. Een nieuw dialoogvenster zal openen.
  2. Kies bij “Met het record” voor de optie “Objecten zonder record”.
  3. Vink de optie “Op de lagen” aan en selecteer de ontwerplaag “geocontour polygoon”.
  4. Kies voor de optie “Bewaar projectie” en vink “Projectiebestanden aanmaken” aan.
  5. Klik op OK en bewaar het bestand op een logische plaats.


Shapefile in Omgevingsloket Vlaanderen inladen

Tijdens het indienen van de aanvraag in het Omgevingsloket zullen een aantal tekenopties aangegeven worden. Kies hier voor de optie “Shapefile”. Klik dan op “Bestand kiezen” in het dialoogvenster “Shapefile opladen” en kies voor het geexporteerde bestand.


LET OP

Wanneer de geocontour uit verschillende polygonen bestaat moet er voor elke contour een afzonderlijke Shapefile aangemaakt worden. Maak dan voor elke polygoon een andere ontwerplaag aan.

Laatste update: 29/07/2022
J
Julie is the author of this solution article.

Was dit antwoord nuttig? Ja Nee

Feedback versturen
Het spijt ons dat we u niet hebben kunnen helpen. Als u feedback geeft, kunnen we het artikel verbeteren.
NIET GEVONDEN WAT JE ZOCHT?
VRAAG HET ONS.